Nieuws

Onze sterke vrouwen in een ‘mannelijke’ sector

08 maart 2020

Bij DNS Belgium zijn we ervan overtuigd dat meer diversiteit in een team een positieve impact heeft op zowel onze organisaties, onze mensen, als onze diensten. Onder andere daarom proberen we bewust te werken aan een gezonde verhouding tussen het aantal mannelijke en vrouwelijke medewerkers. Maar dat blijkt in onze sector lang niet evident.

Mannelijke sector?

Elke sector, elke job die immers ietwat neigt naar techniek, IT, engineering wordt als uitgesproken mannelijk gezien. ‘We zoeken bewust naar meer vrouwen, omdat we zelf ook merken dat een gemengd team met mannen en vrouwen gewoon beter werkt dan een team van uitsluitend mannen of uitsluitend vrouwen’, zegt Ruth Venmans, onze testingenieur. Maar nog niet zo lang geleden hadden we bij DNS Belgium twee vacatures en op geen van beide kwamen vrouwelijke kandidaten af.

 ‘Het is inderdaad zo dat IT als een mannelijke sector wordt gezien’, zegt Loesje Hermans, een van onze product specialists. ‘Maar zelf zien we onze job niet als uitgesproken mannelijk. Het is alleen vreemd dat daar zoveel mannen zitten’, lacht ze. ‘Ik denk dat DNS Belgium erg atypisch is met drie vrouwen in een engineeringteam van een zestiental mensen. Dat is echt wel veel in deze sector.’

Veerle Ternier, product specialist: ‘Wanneer ik destijds afstudeerde in de informatica waren we met 5 vrouwen op een totaal 67 studenten. Dan weet je al dat je diezelfde verhouding terug zult vinden, wanneer je in een bedrijf terechtkomt. Maar ik heb dat nooit als iets vervelends ervaren. Dit is wat ik doe, wat ik graag en goed doe.’

Verkeerd beeld van IT

De drie vrouwen erkennen dat er inderdaad studierichtingen zijn die eerder jongens aantrekken, terwijl andere vooral meisjes aanspreken. ‘Het lijkt er wel op dat alles wat met computers te maken heeft, vooral jongens aanspreekt. Maar ik heb geen idee waarom dat zo is’, zegt Loesje. Volgens Ruth hebben jongeren een verkeerde perceptie van wat IT is en dat is nadelig voor de diversiteit in de sector. ‘Je ziet het in de pubertijd al: jongens spelen meer computerspelletjes dan meisjes en zijn misschien daardoor sneller geneigd om iets met computers te gaan studeren.’

Dat er een verkeerd beeld van IT bestaat, ligt volgens hen in elk geval niet aan het onderwijs. Geen van de drie heeft ooit het gevoel gehad dat ze hun omgeving, leraren… moesten overtuigen om te doen wat ze wilden doen. ‘Ik had zelfs het gevoel dat de docenten bij ons op school extra aandacht gaven aan de meisjes omdat we met zo weinig waren’, zegt Loesje. ‘Ze kwamen bij ons wat vaker vragen of het lukte en of we mee waren om ons toch maar zo goed mogelijk vooruit te helpen, mocht het nodig zijn. Er zaten wel redelijk wat meisjes in onze richting, maar meer dan de helft is met hun studie gestopt. Van de vier meisjes die bij mij in de klas zaten, ben ik als enige afgestudeerd. En dat is volgens mij vooral omdat ze een verkeerd beeld hadden van wat IT is.’

Aanleg is individueel bepaald

Ook het cliché dat toekomstige IT’ers en engineers al van kinds af aan achter hun computer zitten en leren programmeren, klopt niet. ‘Ik denk dat het vooral individueel bepaald is of je eerder aanleg hebt voor bv. talen of voor wetenschappen en het niets met geslacht te maken heeft’, zegt Ruth. ‘Dat analytische en wiskundige zal bij ons alle drie wel al aanwezig geweest zijn.’ Maar geen van de drie vrouwen had als kind al interesse in techniek of computers.

Loesje was aanvankelijk een studie laboratoriumtechnologie begonnen. ‘Maar toen ik de mannen op mijn kot al die leuke dingen zag doen op hun computer, wist ik: dit wil ik ook doen.’ ‘Ik heb mijn eerste pc pas gekocht in het tweede jaar op de universiteit’, vertelt Veerle. ‘Ik studeerde aanvankelijk dus Informatica zonder computer. Dat was geen probleem, want we gebruikten de computers van de universiteit. Dat waren toen nog computers op een mainframe, de pc was in die tijd helemaal nog niet ingeburgerd.’

Bij Ruth is de passie voor IT zelfs nog later gekomen. ‘Van opleiding ben ik industrieel ingenieur in de biochemie, maar ik heb altijd als testingenieur gewerkt. Ik test of wat de developers ontwikkelen doet wat het moet doen. Zo ben ik in IT terechtgekomen. De passie voor IT is on the job gegroeid.’

Ongeacht hoe Ruth, Veerle of Loesje in IT terecht gekomen zijn, ze zijn heel erg blij met hun studiekeuzes en hun jobs. Ze kunnen het iedereen die interesse heeft in IT, aanbevelen. ‘Het is ook heel breed, je stapt in IT maar je kan zoveel richtingen uit. Je hebt binnen IT nog veel mogelijkheden. En wanneer je je job graag doet, maakt het ook niet meer uit dat je in een overwegend mannelijke omgeving werkt’, besluit Loesje.

Met dit artikel ondersteunen wij de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties.