Nieuws

Hoe hou je kinderen veilig online?

28 oktober 2025

‘Het gebeurt regelmatig dat jongeren online worden afgeperst met beelden die nooit zijn gemaakt.’

Alert zijn en weten hoe je wordt opgelicht zijn belangrijk voor je online veiligheid. Bij kinderen is dat niet anders, maar ligt het vaak veel gevoeliger. We denken dan vaak aan seksuele uitbuiting, maar ook sextortion (afpersen met seksueel getinte beelden) met financieel gewin is in opmars. Een waterdichte oplossing bestaat niet, maar praten met je kinderen kan het verschil maken.

Kinderen en hun smartphone

Is er een ideale leeftijd voor een smartphone? In hoeverre moet je in de gaten houden wat je kinderen online doen? Het zijn vragen waar de ouders van vandaag in hun eigen kindertijd niet of amper mee geconfronteerd werden. 

Vandaag is het landschap anders. Volgens Apenstaartjaren, een onderzoek naar het mediagebruik van kinderen en jongeren, uitgevoerd in 2024, besteden kinderen en jongeren steeds meer tijd online en nemen de dreigingen toe. 

‘Rond schermgebruik zien we in onderzoeken dat ouders vaak worstelen met hun eigen voorbeeldrol.’

Sophie Dings

‘Het Medianest onderzoek van 2025 toont dat ouders in de eerste plaats bezorgd zijn over de hoeveelheid schermtijd van hun kind, daarna over de invloed van die schermen op de fysieke gezondheid en dan pas over de inhoud van wat kinderen te zien krijgen,’ zegt Sophie Dings, duurzaamheidscoördinator bij DNS Belgium. ‘Zorgen over foto’s die online staan of met wie hun kind contact heeft, scoren veel lager.’

‘Rond dat schermgebruik zien we in onderzoeken dat ouders vaak worstelen met hun eigen voorbeeldrol,’ gaat Sophie verder. ‘We moeten als maatschappij beseffen dat dat ook geldt voor cybersecurity skills. Niet elke volwassene staat daar even sterk en heeft dus ook geen pasklaar antwoord als kinderen daar vragen over hebben.’

Met welke vormen van cybercrime worden jongeren geconfronteerd? 

Apenstaartjaren polst naar situaties die de bevraagde jongeren hebben meegemaakt over een periode van een jaar. Meegemaakt betekent in deze context voor alle duidelijkheid niet noodzakelijk dat het hen zelf is overkomen.

  • 38% van de jongeren kwamen al in contact met phishing . Het is de meest voorkomende vorm van online oplichting bij jongeren.
  • 1 op 4 jongeren kwam al in aanraking met misleiding om vertrouwelijke info te bemachtigen zoals wachtwoorden, en gebruikersnamen (pretexting). Vaak gebeurt dat via games of valse winacties.
  • Hacking (waarbij een account wordt misbruikt) sluit de top 3 af (17%). 

De lijst wordt verder aangevuld met privacykwesties (denk bv. aan onbewust data delen via apps) en fake content. Oplichting via fake webshops, gestolen bankgegevens, sociale druk, online pesten, afpersing en sextortion komen ten opzichte van deze fenomenen minder vaak voor. Maar ze zijn wel een groeiend probleem.

Sextortion neemt snel toe

Ook bij Child Focus zien ze een toenemende dreiging. ‘Het verspreiden van naaktbeelden zonder toestemming neemt exponentieel toe,’ zegt Niels Van Paemel, beleidsadviseur van Child Focus. ‘In 2019 zagen we daar 98 gevallen, vorig jaar waren dat er 227.’ De cijfers voor dit jaar zijn nog niet volledig, maar de trend zet zich ook in 2024 door. 

Ook sextortion neemt toe. ‘Daar zagen we in 2018 nog 46 dossiers. In 2020 steeg dat naar 101 dossiers. We dachten toen dat dat om een tijdelijke stijging ging, mede door de coronacrisis, maar dat is stabiel gebleven en in 2023 en 2024 nog verder gestegen naar respectievelijk 183 en 179 gevallen.’

Die stijging is gelinkt aan een andere trend: de dalende leeftijd waarop kinderen hun eerste smartphone krijgen. ‘Er is een link tussen kinderen die meer geconnecteerd zijn op jonge leeftijd, en slachtofferschap,’ zegt Van Paemel. Daarnaast is er ook een gebrek aan mediawijsheid in een context van seksualiteit op die leeftijd.

Leeftijd waarop kinderen gemiddeld hun eerste smartphone krijgen

2018: 12 jaar
2020: 9 jaar
2022: 8 jaar en 4 maanden
2024: 8 jaar en 1 maand

Bron: Apenstaartjaren onderzoek. 

Relatief recent is dat daders ook kunstmatige intelligentie (AI) inzetten. Ze maken onder meer valse beelden van hun slachtoffers. ‘Dat zien we steeds vaker opduiken in dossiers rond sexting, grooming en sextortion. Het gebeurt regelmatig dat jongeren online worden afgeperst met beelden die nooit zijn gemaakt,’ legt Van Paemel uit.

Meisjes seksueel, jongens financiëel

Van Paemel maakt een verschil tussen twee types sextortion: financieel of seksueel. Bij dat laatste gaan ze met zo’n beelden het slachtoffer dwingen om echte beelden te delen. Bij financiële afpersing doen ze het om het slachtoffer tot betalingen te dwingen. ‘Voor een slachtoffer maakt het weinig uit of het beeld echt is of nagemaakt. Anderen geloven het, dus het schaadt hen.’

Waar we er vaak van uitgaan dat seksueel misbruik online vooral tegen meisjes en vrouwen gericht is, nuanceert Van Paemel dat dit niet zo is bij financiële sextortion. ‘Dat is de enige vorm waar 95 procent van de slachtoffers jongens zijn. Die worden vaak specifiek als doelwit gezien. Deels door hun hersenontwikkeling op dat moment zijn tienerjongens meer geneigd tot het nemen van risico’s en daar spelen daders op in. Combineer dat met het uitwerpen van veel lijntjes en je krijgt veel meer slachtoffers. Ze spelen in op de naïviteit van jonge jongens.’

'Van afpersing met financiële bedoelingen zijn 95 procent van de slachtoffers jongens. Is het seksueel dan zijn 75 procent van de slachtoffers meisjes.'

Ook hier speelt AI een rol in de omvang van het probleem. Vroeger gebeurde dergelijke afpersing wanneer dader en slachtoffers dezelfde taal spraken. ‘Je zag dan bendes uit Marokko of Ivoorkust die Waalse of Brusselse slachtoffers zochten, of Surinaamse criminelen die dat met Vlaamse slachtoffers deden. AI heeft dat drastisch omgegooid. Vandaag kan je als pakweg 38-jarige man live videochatten met iemand, en met de juiste AI-tools zie je eruit als iemand met de leeftijd van het slachtoffer, het verschil is nauwelijks merkbaar. De trucs, zoals vragen of iemand voor de webcam een hand opsteekt, gaan ze niet meer ontmaskeren.’

Gedeelde verantwoordelijkheid

Dergelijke situaties bespreekbaar maken is niet altijd evident. Al pleit Van Paemel er wel voor om daar al van in de lagere school mee te beginnen. ‘Conservatieve stemmen zeggen daarop vaak dat je kinderen op die leeftijd niet moet seksualiseren. Maar wanneer er een naaktfoto van iemand in de klas rondgaat, dan wil je dat er wordt gezegd ‘dit doe je niet’. En er zijn genoeg manieren om dat thema in de klas te bespreken zonder het angstaanjagend te maken.’

Dings: ‘Het is interessant om als ouder met je kinderen een aantal basisregels of goede gewoontes aan te leren die daarom niet noodzakelijk over seksualiteit of grooming gaan. Je maakt hen alert en die alertheid komt van pas, ook bij onderwerpen waar ze op dat moment nog niet mee bezig zijn.’

Ook alles monitoren of blokkeren is niet noodzakelijk een oplossing. Van Paemel:‘De ouders die parental controls gebruiken, zijn vaak wèl bezig met wat hun kinderen doen. Maar er zijn er ook waar het kind vanaf zes jaar mee door de iPad wordt opgevoed. Deze generatie ouders kent de technologie, maar dat wil niet zeggen dat ze hun kinderen er juist mee laten omgaan.’

Praten is daarbij de sleutel. Dings: ‘Een vaakgebruikte quote rond cyberawareness is dat waneer je kind van school of van een hobby komt, we dan als ouder vragen hoe het ging. Maar als je kind een paar uur in hun kamer verdwijnt met de iPad of gsm, dan wordt die vraag veel minder gesteld. Die reflex is er vaak niet.’

Van Paemel: ‘Zeg je kind dat het beter geen gesprekken voert met mensen die het niet kent. Of dat je gerust in een videospel mag chatten of praten, maar deel daar geen persoonlijke dingen. En als een kind te ver is gegaan, dan moet het weten dat het bij de ouders of de school terecht kan. Als kind weten dat je over die dingen kan praten is al een heel goede basis.

Je kan regels opleggen, praten over wat je online deelt of doet, of hoe je (een poging tot) oplichting of afpersing herkent. Maar die situaties evolueren en een kant-en-klaar allesomvattend antwoord op de vraag hoe je kinderen online veilig houdt is er niet. Wat we wel kunnen doen is hen weerbaar maken, niet enkel met regels of technische hulpmiddelen, maar vooral met open gesprekken, door te luisteren en te leren dat ze terecht kunnen bij ouders, leerkrachten of andere vertrouwenspersonen.

Online veiligheid bereik je niet enkel met het volgen van een workshop of het lezen van dit artikel (sorry!). Het is een proces en een gedeelde verantwoordelijkheid van ouders, opvoeders, scholen, beleidsmakers en kinderen. Maar door hen te informeren, te ondersteunen en alert te blijven, bouwen we samen aan een omgeving waar kinderen weerbaar genoeg zijn om onveilige situaties te herkennen, maar ook niet bang zijn om er over te praten wanneer het misloopt.

Om hun online veiligheid te vergroten, kunnen jongeren zelf heel wat doen: verschillende sterke wachtwoorden en tweestapsverificatie gebruiken, geen gevoelige informatie delen, antivirussoftware gebruiken, verdachte berichten melden... Een vrij grote groep van de bevraagde jongeren (16%) geeft echter aan geen enkele van de voorgestelde strategieën te gebruiken. 

Uit het onderzoek van Apenstaartjaren blijkt ook dat ongeveer de helft van de jongeren niet wakker ligt van zijn eigen online veiligheid. Een kwart van de jongeren is (eerder) bezorgd dat persoonlijke info gedeeld wordt, dat hun telefoon niet meer bruikbaar zou zijn of dat ze online geld zullen verliezen.

De toenemende dreiging van cybercriminaliteit gecombineerd met de beperkte bezorgdheid van jongeren zelf, maakt duidelijk dat de online veiligheid van kinderen en jongeren niet louter de taak is van de ouders. Het is een gedeelde verantwoordelijkheid van de hele samenleving. 

Wat doet DNS Belgium voor de veiligheid van jongeren?

Het internet in België veilig houden is een van de kerntaken van DNS Belgium. 

  • We beheren performant de infrastructuur van het internet en domeinnamen.
  • We houden de .be-zone veilig door continu innovatieve beveiligingsmaatregelen te implementeren.
  • We bestrijden online kindermisbruik door samen te werken met de Internet Watch Foundation (IWF) en Child Focus.
  • We zetten in op bewustwording en educatie met tools zoals de Edubox Cybersecurity en de Edubox Privacy in samenwerking met VRT en RTBF. In Vlaanderen bereikten we met de Edubox al 700.000 jongeren.
  • We delen onze expertise, rond cyberawareness bij kinderen en jongeren. Zo gaven we input aan Friendzone, een educatief pakket van Technopolis rond sexting, privacy en cybersecurity, en bij Cyberkrak, een escape game over cybersecurity van Mediawijs.
  • We ondersteunen acties en campagnes rond online veiligheid bij jongeren zoals Link in de Kabel en Wat Wat.
  • Elk jaar bedenken we puzzels voor de deelnemers aan de Cybersecurity Challenge
  • Wij ondersteunden Apenstaartjaren financieel en inhoudelijk door de vragen rond online veiligheid na te kijken. Voor het komende jaar, de jubileumeditie (20 jaar apenstaartjaren en het 10e onderzoek), zitten we mee in de projectgroep van het onderzoek en hebben we input gegeven over andere aspecten van de vragenlijst.
  • Recent maakten we samen met VRT de online miniserie Red Flag, waarin actuele thema’s rond digitale veiligheid de rode draad vormen.
  • Daarnaast hadden we op Instagram en Tik Tok de #safenotsorry-campagne waarbij we via influencers jongeren bewust maakten van het belang van tweestapsverificatie. 

Door deze initiatieven en samenwerkingen draagt DNS Belgium bij aan een veiligere online omgeving voor jongeren en helpt hen om zich bewust te worden van de risico’s en hoe ze zichzelf kunnen beschermen.

In het volgende artikel hebben we het over AI en Machine Learning, hoe cybercriminele die handig gebruiken om mensen op te lichten, en hoe we ons daartegen kunnen wapenen . 

  • Hou onze website en sociale media in de gaten, zodat je het zeker niet mist.

Met dit artikel ondersteunen we de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties.