Nieuws

Steeds meer Belgen digitaal kwetsbaar

23 september 2022

Barometer van de Digitale Inclusie

46 procent van de Belgen tussen 16 en 74 jaar is digitaal kwetsbaar. Dat blijkt uit de nieuwe Barometer van de Digitale Inclusie die de Koning Boudewijnstichting recent publiceerde. Die 46 procent is een stijging van 4 procent ten opzichte van 2019. Het gaat dan over 7 procent Belgen die het internet niet gebruikt en 39 procent mensen met zwakke digitale vaardigheden.

Zwakke digitale vaardigheden

De verontrustende toename is te verklaren door het feit dat digitale vaardigheden van mensen langzaam evolueren. En dat terwijl onze samenleving sinds corona snel gedigitaliseerd is. In een digitale samenleving is het noodzakelijk om digitale skills voortdurend bij te werken en nieuwe vaardigheden te verwerven. Bij heel wat Belgen – vooral bij laagopgeleiden – gebeurt dat niet. In die zin zijn de digitale vaardigheden van Belgen volgens de Barometer nauwelijks geëvolueerd of zelfs achteruitgegaan.

Het opleidingsniveau blijkt steeds meer een determinerende factor wanneer het gaat over digitale vaardigheden. Bij laaggeschoolden is het aantal mensen met zwakke digitale vaardigheden met 18 procent gestegen. Bij hooggeschoolden slechts met 9 procent. Belgische internetgebruikers blijken vooral slecht te scoren voor vaardigheden die betrekking hebben op online veiligheid.

Betere toegang tot digitale technologieën

Er is ook goed nieuws. Volgens de Barometer hebben meer burgers toegang tot het internet en digitale tools. Het aantal internetaansluitingen is licht gestegen tegenover 2019 van 90 naar 92 procent. We zitten daarmee exact op het Europese gemiddelde. Maar ter vergelijking: in Nederland en Luxemburg heeft 99 procent van de gezinnen een internetverbinding.

In 2011 had amper 77 procent van de huishoudens een internetverbinding. Er zijn dus wel degelijke grote stappen voorwaarts gezet. 95 procent van de huishoudens met een groot inkomen hadden in 2011 al een internetaansluiting. Dat gold voor amper 50 procent van de gezinnen met een lager inkomen.

183.000 Belgische gezinnen moeten het stellen zonder internetaansluiting

Die ongelijkheid is verkleind in de voorbije tien jaar, maar blijft helaas nog zichtbaar. Nog steeds 18 procent van de arme gezinnen moeten het stellen zonder internetaansluiting. Voor een goed begrip dat gaat over ca. 183.000 gezinnen. Gezinnen met hogere inkomens zijn nagenoeg allemaal aangesloten op het internet.

Financieel bevoorrechte gezinnen hebben gebruik gemaakt van de coronacrisis om een laptop aan te schaffen (een toename van 15%). Gezinnen met een laag gezinsinkomen hebben dat uiteraard veel minder gedaan (een toename van 4%).

Betere toegang tot essentiële dienstverlening

Het gebruik e-administratie, e-commerce of e-health neemt gestaag toe. Volgens de barometer heeft dat er vooral mee te maken dat het niet-digitale alternatief tijdens de lockdowns tijdelijk werden afgeschaft.

Het gebruik van e-banking lijkt overal gestagneerd, behalve in Brussel waar een stijging van 10 procent wordt genoteerd ten opzichte van 2019. Internetbankieren is natuurlijk een van de meest ingeburgerde vormen van e-administratie, al blijken 27 procent meer hoogopgeleiden dan laagopgeleiden er gebruik van te maken.

De studie bevestigt dat de digitalisering van financiële diensten, die gepaard gaat met een massale sluiting van kantoren en het afschaffen van automaten leidt tot de financiële uitsluiting van personen met alfabetiseringsmoeilijkheden én van sociaal-economisch en cultureel kwetsbare groepen. De studie wijst erop dat deze mensen vaak afhankelijk zijn van de goede wil van hun omgeving of van eerstelijnswerkers om hen te helpen toegang te krijgen tot deze toch wel essentiële diensten.

Voor de toegang tot andere essentiële digitale diensten is de kloof tussen hoogopgeleiden met hogere inkomens en laagopgeleiden met lage inkomens even duidelijk. Enkel op het gebied van e-administratie is de kloof met ongeveer tien procent verkleind. Maar laten we vooral niet té optimistisch zijn. Amper 58 procent van de laagopgeleiden gebruikt het internet voor administratie en 64 procent van hen doet dat ook om te bankieren. Bij hoogopgeleiden is dat respectievelijk 90 en 91 procent.

Conclusie

De conclusie die we uit deze nieuwe Barometer van de Digitale Inclusie kunnen trekken is niet enorm rooskleurig. De kloof in digitale vaardigheden en toegang tot de digitale samenleving tussen hoogopgeleiden en laagopgeleiden blijft veel te groot. Het zijn financieel en socio-cultureel kwetsbare gezinnen die achterop hinken. Dat maakt voor hen het risico op digitale én maatschappelijke uitsluiting in een samenleving die razendsnel digitaliseert, alleen maar groter.

Dergelijke cijfers sterken ons in de overtuiging dat we met initiatieven zoals Digital for Youth heel belangrijk werk verrichten en dat DNS Belgium zich moet blijven inzetten om het internet op een veilige en laagdrempelige manier toegankelijk te maken voor alle mensen die in ons land wonen.

De Barometer Digitale Inclusie, een initiatief van de Koning Boudewijnstichting, is het werk van de onderzoeksteams IACCHOS CIRTES van de UCLouvain en IMEC-SMIT van de VUB. Ze baseerden zich op de gegevens van STATBEL uit 2019 en 2021.

Met dit artikel ondersteunen wij de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties.