Deze FAQ werd beantwoord in samenwerking met TBD.
Oplichters bellen soms zogezegd namens je bank, een overheidsdienst of een gekend bedrijf. Ze klinken overtuigend, maar proberen in werkelijkheid je persoonlijke gegevens of geld te stelen.
Heb je een raar gevoel bij een telefoontje? Dan klopt er meestal iets niet. Volg dan deze stappen:
Geef geen persoonlijke informatie
Deel nooit:
- je bankgegevens
- wachtwoorden of itsme-codes
- rijksregisternummer
- zelfs niet zomaar je naam, adres of geboortedatum
💡 Tip: Echte organisaties vragen zulke info nooit via de telefoon.
Schrijf op wie er belt
Noteer:
- naam van de beller
- telefoonnummer (indien zichtbaar)
- wat er gevraagd werd
- met welk verhaal of welke reden
Deze info kan later helpen bij een melding of aangifte..
Beëindig het gesprek
Voelt het niet goed? Hang gewoon op. Je hoeft niet beleefd te blijven of uitleg te geven.
Zeg gerust: "Ik beëindig dit gesprek."
Ga zelf op onderzoek
Twijfel je toch? Bel dan zélf naar het officiële nummer van de organisatie.
Gebruik de contactgegevens op hun officiële website of op je bankkaart – niet die uit het verdachte telefoontje.
Meld het gesprek
- Informeer de organisatie in kwestie (bijv. je bank of telecomprovider).
- Is er al schade of ben je opgelicht? Neem contact op met de politie.
- Je kan het nummer blokkeren.
Zo kan je anderen helpen:
Verdachte telefoontjes klinken soms zó geloofwaardig dat mensen in paniek raken of toch ingaan op het verzoek. Jij kunt helpen om hen weerbaar en alert te maken.
1. Oefen samen scenario's
- Speel een telefoontje na: “Hallo, met de fraudedienst van je bank…”
- Oefen hoe je kalm blijft en beleefd weigert
- Toon hoe je beleefd maar beslist ophangt
2. Bespreek voorbeelden van oplichting via telefoon
Typische oplichterstrucs:
- “Er is fraude vastgesteld op je rekening. We moeten die nu blokkeren.”
- “Je moet dringend een betaling doen om extra kosten te vermijden.”
- “Ik heb je nieuwe bankkaart nodig. De oude is onveilig.”
Toon echte voorbeelden (bv. via Safeonweb) en bespreek waarom ze verdacht zijn.
3. Maak duidelijke afspraken
- Spreek af: Bel mij als je twijfelt aan een telefoontje. Altijd.
- Help hen om verdachte gesprekken te beoordelen
- Beslis samen op voorhand: “Als iemand belt over geld, hang ik op en bel ik jou.”